Start vervolgonderzoek RoboTao: zoektocht naar de succesvolle mens-cobot samenwerking

Start vervolgonderzoek RoboTao: zoektocht naar de succesvolle mens-cobot samenwerking

4 Apr 2019

In de laatste twee decennia van de vorige eeuw is de industrie op grote schaal gerobotiseerd.  We zien hierbij steeds vaker kleine collaborative robots, ofwel: cobots. Makkelijk te programmeren, met relatief lage kosten en in staat om precies en kleinschalig werk te doen. En vooral: ze kunnen samenwerken met mensen. Helaas gebeurt het in de praktijk dat medewerkers door cobots worden vervangen. Bedrijfseconomisch wellicht aantrekkelijk, maar ronduit slecht nieuws voor praktijkgeschoolde assemblagemedewerkers aan sequentiële assemblagelijnen.

In een samenwerking tussen twee lectoraten van Saxion, twee expertisecentra, drie productiebedrijven en verschillende mbo-scholen is het onderzoek Robo Tao van start gegaan. Een onderzoek naar de technische en sociaal- organisatorische implementatie van een cobot in een technisch complexe, op kleine series gerichte productieomgeving. In het sociaal-organisatorische aspect van dit onderzoek, waarin het lectoraat Smart Industry & Human Capital samen met TechYourFuture de leiding neemt, wordt de samenwerking tussen mens en cobot in het productieproces onderzocht en een proof of concept gebouwd.

De vraag vanuit de bedrijven is hoe we deze samenwerking tussen mens en machine, samen op te vatten als de eenheid van analyse, zo kunnen vormgeven dat bedrijfsdoelen worden gehaald en medewerkers deze nieuwe technische realiteit omarmen. Eén operator zet dan samen met één of meer cobots een complex en gedetailleerd product in elkaar waarbij ze elkáár controleren. In het Robo Tao project wordt met vooruitstrevende bedrijven onderzocht of deze opstelling haalbaar is voor operators met een mbo 2 of mbo 4 opleiding. Zij moeten niet alleen met de cobot kunnen omgaan, maar deze ook kunnen programmeren, omstellen en opnieuw werkend krijgen.

Meer informatie over het project RoboTao is te vinden op de projectpagina en in het interview met Maarten van Riemsdijk.